Onbeantwoord gebleven brieven aan Sjan Sanders (3)

Bellen of schrijven?

(Telefoon)gesprekken voeren met Sjan van der Pasch-Sanders (de ideale schoonmoeder, zeg maar), dat was in de loop van 2008 een frustrerende en zinloze bezigheid gebleken.

Zo belde ik haar zondag 26 oktober (Marja verbleef toen op de PAAZ-Elisabeth). Ik vermoedde al enigszins wat me te wachten stond, en had mijn telefoontje op een schrijfblok voorbereid.

[Baken:] "Hallo Sjan, ik was gisteren bij Trees. Die vertelde dat je nog steeds van plan bent Marja mee naar Boxtel te nemen, als ze weg zou moeten van de PAAZ, ook terwijl ze nog depressief is. Daar ben ik het niet mee eens."

[Sanders:] "Dat moet je zelf weten. Dat hoef ik jóú toch niet te vragen?"

[Baken:]"Jawel, want ik ben haar man. Ik wil niet dat je Marja depressief van de PAAZ haalt."

[Sanders, schreeuwend:] "Da moete gij dan helemaal zelf weten!" [verbinding verbroken]

Zo ging dat. Dus greep ik half december niet naar de telefoon, maar naar mijn toetsenbord. Enkele zaken moesten nog worden besproken en geregeld.

Pgb

Een van de onderwerpen die besproken moesten worden, was dringend: een uitbetaling van pgb-geld aan Sjan Sanders voor de verzorging van Marja, geld dat Sjan misschien nog tegoed had. Ik schrijf 'misschien', want wéten kon ik het niet.

Marja was vanaf 31 juli in Boxtel, om even te logeren. Begin september – Marja werd toen allengs (weer) zieker en tot overmaat van ramp ook nog depressief – verhinderde Sjan van der Pasch vakkundig en doortrapt dat Marja naar Tilburg terugkwam. Ze brak daarmee onze gezamenlijke belofte aan Marja dat ze thuis zou mogen sterven. Marja bleef in Boxtel, tot ze – zwaar depressief en met zelfmoordplannen – op dinsdag 21 oktober door de GGZ werd opgenomen op Jan Wierhof 3A, en een dag later op de PAAZ van het Elisabeth.

Al die dagen (80) was Marja's moeder 'werkneemster' geweest van Marja. De salarisadministratie werd verzorgd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Op Marja's bankafschriften zag ik een uitbetaling in november aan Sanders van € 9.770,-. Volgens mijn ruwe berekening (80 x 300,- per dag = 24.000,-) was er een 'gat' van ongeveer 15.000,- bruto. Dat bedrag moest misschien nog uitbetaald worden! (Namens Marja door de SVB, die dat dan afhaalde van de girorekening van Marja en mij.) En ik moest op tijd alle bedragen verantwoorden aan het Zorgkantoor en het restant op tijd terugstorten. Het was dus raadzaam bij Sanders te informeren hoe het zat met het pgb-geld.

Je kunt je afvragen waarom Sanders dat onderwerp niet zelf aankaartte bij Harrie Baken. Die was immers ook wat betreft het pgb Marja's vertegenwoordiger, en vanaf 3 december 2008 simpelweg Marja's opvolger. Tja, da's meer een vraag voor psychologen (of zwaarder geschut).

Hoe het ook zij, (vooral) vanaf juli 2008 negeerde Sjan mij als Marja's partner en al helemáál als Marja's echtgenoot. Zoveel mogelijk zaken werden achter mijn rug om geregeld. En vaak had ik het veel te laat in de gaten. Ik ben niet gespitst op achterbaksheid en leugens. Bovendien liep ik vanaf begin september op m'n wenkbrauwen.

Een van de zaken waarbij ik moedwillig genegeerd werd, was dat pgb. Resultaat: in november 2008 stuurde Sanders foutief ingevulde formulieren naar de SVB. Als gevolg daarvan sloot eind 2008 de SVB het dossier wegens 'hopeloos' (zo bleek in 2009).

Marja's handtekening op 20 november 2008

Onvergeeflijk

Een triest en wat mij betreft onvergeeflijk dieptepunt was de handtekening van Marja onder een pgb-formulier, 20 november 2008. Marja kon toen bijna niets meer, het was 13 dagen voor haar dood. De vertegenwoordiger van Marja als 'werkgeefster' – ik dus – had die handtekening kunnen (lees: moeten) zetten. Maar ik wist van niets, tot ik in het voorjaar van 2009 via de SVB eindelijk alle papieren ontving. Op een van die papieren vond ik Marja's "handtekening" van 20 november. Toen ik dát stuk papier onder ogen kreeg…

Terug naar mijn brief van 16 december.

Behalve het bovengenoemde pgb moest ook het spaargeld van Marja nog worden geregeld, én ik wilde voor de zoveelste keer vragen of ik de aantekeningen die Sjan Sanders in juli uit mijn schrift had gescheurd, onderhand eens terugkreeg. Ook wilde ik, ondanks alles, niet per se in m'n eentje bepalen wat er met Marja's as zou gebeuren. Ik schreef Sjan van der Pasch-Sanders dus op 16 december een tamelijk vriendelijke brief.

Ze stuurde hem ongeopend retour.

Brief aan Sanders – 16 december 2008

Harrie Baken
Academielaan 152
5037 EW Tilburg
harriebaken@tekstbaken.nl

Tilburg, 16 december 2008

Sjan van der Pasch
Geelders 2A
5283 VS Boxtel


Hoi Sjan,

Ik hoop dat het goed met je gaat, en ook met Anne natuurlijk.

Tussen de formulieren, opzeggingen, etc. door ben ik bezig met Marja's inboedel en haar codicil. De huur van de Antoniusstraat laat ik doorlopen tot 15 januari, dus het zal allemaal wel lukken. Alles gaat wel behoorlijk traag. Ik vind het niet gemakkelijk om zomaar even snel Marja's spullen uit te zoeken, laat staan dingen 'weg te doen'. Gelukkig maar dat Marja in juli zoveel heeft opgeschreven, en gelukkig ook dingen als: "Naar Poubelle!".

Over formulieren gesproken: is alles al afgehandeld bij de Sociale Verzekeringsbank? Ik moet immers binnenkort verantwoording afleggen aan het Zorgkantoor, en teveel ontvangen pgb-bedragen moet ik terugstorten. En uit Marja's afschriften meen ik op te kunnen maken dat je nog een berg geld tegoed hebt van het pgb.

Wat betreft Marja's laatste wil: die bestond, kort samengevat, uit de wens thuis te mogen sterven, de wensen voor haar uitvaart, trouwen met Harrie, de verdeling van haar spullen en haar wens dat haar spaargeld voor Harrie is. Uit je 'opmerkingen' in de dagen voor ons huwelijk meen ik te kunnen opmaken dat je over het laatste niet erg enthousiast bent. Maar ja, het is nu eenmaal Marja's nalatenschap en Marja's uitdrukkelijke wens. Een wens die ze overigens al vóór ons trouwen te kennen heeft gegeven, namelijk drie dagen voor haar operatie:


Voor dit onderdeel van Marja's laatste wil heb ik natuurlijk jouw medewerking nodig, want Marja's spaargeld staat sinds 1997 bij jou geparkeerd. De afschriften tot oktober 2007 heb ik, zoals je weet, in huis. Ik zou het op prijs stellen als je me de afschriften van daarna, t/m 3 december 2008, zou sturen. Het geld zelf komt dan later wel, want er moet nog wat vanaf. Op het totaalbedrag moet je in mindering brengen wat Marja voor haar neefjes en nichtjes heeft bestemd: voor Celeste, Helene, Sam, Nina, Bart en Cynthia ieder 100,- en voor Mark 200,- dus samen 800,-. Het lijkt me tenminste het gemakkelijkste en snelste als jij dat hun geeft.

Er is nog iets wat je in mindering moet brengen, namelijk de opbrengst van oven/fornuis, koelkast en wasmachine. Marja wilde dat ik ze verkoop en de opbrengst aan jou geef. Maar hoeveel dat zal zijn, daar heb ik nog geen flauw idee van. Ik geef het je door wanneer ze verkocht zijn.

Je kunt het uiteindelijke bedrag gewoon overmaken op Marja's girorekening, maar meegeven aan Ties kan natuurlijk ook, als hij de spullen op komt halen die Marja voor jou, Anne, Celeste, Helene en hemzelf heeft bestemd. (Ik neem voor 't gemak maar aan dat hij dat doet. Half januari, wanneer ik Marja's huis leeg heb, staan alle spullen wel klaar in de Academielaan. De spullen voor Bert en Paul kunnen wel met de post, voor zover ik nu kan overzien.)

Als je me de afschriften stuurt, stuur dan meteen de bladzijden mee die je in juli uit mijn schrift hebt gescheurd. Nee, ik ben ze niet vergeten! Ik wil ze per se terug. Ze zijn overigens niet alleen 'gewoon van mij', ze zijn van Marja en mij. Notities over gesprekken tussen Marja en mij, die wil ik (terug) hebben. Dat is toch niet zo moeilijk te begrijpen?

Tot slot nog een onderwerp waarvan ik hoop dat ik je daarmee niet van streek maak. Binnenkort krijg ik de vraag van het crematorium wat er moet gebeuren met de as van Marja. Marja zelf heeft daarover niets beslist, misschien heeft ze er zelfs niet aan gedacht, want het is in de zomer niet ter sprake gekomen. Ik heb er ook nog niet lang bij stilgestaan. Heb jij er ideeën over? Bijvoorbeeld of je, als de as verstrooid zou worden, daarbij aanwezig wilt zijn? Laat het me weten, met een briefje, of waag er eens een e-mail aan.

Hou je taai. Groeten, ook aan Aanne,

Harrie

De brief is ook beschikbaar als pdf [58 Kb, gaat open in nieuw venster of tab. Downloaden: rechtsklikken en 'opslaan als']


Het antwoord van Sanders

Boxtel 18 Dec 2008


Har,

Ik weet niet wat je schrijft, we willen 't niet meer weten ook.
Verder wens ik je 't allerbeste en ga ergens wat hulp zoeken - je hebt 't hard nodig. Wij ook om de ergste pijn te verzachten.

Vriendelijke groet,
Sjaantje.

Je gelooft 't niet, hè? Ik geloofde m'n ogen aanvankelijk ook niet. Een scan van dit 'begeleidende briefje' kun je openen via de volgende kleine afbeelding:

Ik weet niet wat je schrijft.

Dit briefje zat dus in een envelop met daarin tevens mijn ongeopende brief van 16 december.

Een paar weken heb ik me het hoofd gebroken over dit 'antwoord'. Niet over het "we", want dat was volgens Anne's mailtje van 2 januari 2009 bezijden de waarheid. Ook heb ik me niet druk gemaakt over "Verder wens ik je 't allerbeste" – een uitdrukking die in dit geval neerkomt op "Donder op!"

Hersenkraker voor domme, naïeve Harrie

Wél een echte hersenkraker voor mij was de vraag: hoe kun je in hemelsnaam een brief van je schoonzoon (oké, schoonzoon tegen haar zin, maar dan nóg) ongeopend retourneren? Nota bene als twee weken eerder je dochter is gestorven? Dat is toch niet te bevatten? Mijn zus Maria hielp me een eind op weg. Het antwoord op deze voor domme Harrie zo moeilijke vraag bleek ongelooflijk eenvoudig. Wellicht ben jij, lezer, niet zo naïef als ik, en kun je het antwoord wél zelf verzinnen?

Van alle onbeantwoorde brieven maak ik "open brieven". De brieven – en vooral het niet beantwoorden ervan – geven meer duidelijkheid over de kwestie: "Waarom zijn de laatste wensen van Marja niet allemaal vervuld?" Ik begin met mijn brief van 16 december 2008. In de loop van 2010/2011 volgen die van 11 september 2008 (naar aanleiding van de 'machtsgreep' in Boxtel), van 27 oktober 2008 (over het onzalige plan om Marja – in nog depressieve toestand – van de PAAZ mee te slepen naar Boxtel) en van 3 juni 2009 (tweede poging tot contact), aangevuld met twee briefkaarten (weer geen antwoord).